Hendrick Mathijs liet de prijzen optekenen die hij in 1657 in Afrika betaald waren voor tot slaaf gemaakten. Mathijs had jaren als gouverneur-generaal op de kust van Guinea gewerkt. Schippers en handelaren konden deze prijslijst als leidraad gebruiken. In Afrika betaalden slavenhandelaren met goederen in plaats van met geld. Dan was het handig te weten hoeveel de goederen daar waard waren. Wat opvalt, is dat in Ardra (Benin) meer voor een slaaf werd betaald dan in de rest van de Bocht van Afrika (Bouchte). Waar elders in de bocht drie slaven gekocht konden worden voor 1 mas koraal, was dat in Ardra maar genoeg voor één slaaf
“Bougis”, kaurischelpjes, waren een veelgebruikt betaalmiddel. Deze schelpen kwamen uit de Indische Oceaan. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) organiseerde regelmatig veilingen van kauri’s in Amsterdam. Vandaar dat bij archeologische opgravingen tijdens de aanleg van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam kaurischelpen gevonden zijn.