De firma Hope & Co. was één van de particuliere bedrijven die de transatlantische slavenhandel onderhield. Het archief van Hope & Co. omvat onder meer lijsten en beschrijvingen uit het jaar 1802 voor de uitrusting van slavenschepen.
Prospectus in het Frans voor de uitrusting van schepen gebruikt voor goederen- en slavenhandel.
Hierin staat vermeld welke waarde aan ruilmiddelen moest worden meegenomen om aan de kunst van Angola zevenhonderd ‘noirs’ te kopen. Het ging daarbij om 588.982 pond aan goederen, zoals potten en pannen, textiel, kaurischelpen, geweren en spiegels. De goederen werden geruild met Afrikaanse slavenhandelaren of plaatselijke machthebbers in het kust gebied. De gekochte Afrikanen zouden vervolgens worden vervoerd naar Port au Prince en verhandeld als slaven.