Introductie op thema Verzet

De angst was er altijd bij slaveneigenaren, blanke inwoners van de koloniën en slavenhandelaren. De angst dat de slaven hun ondergeschikte rol niet meer zouden accepteren en in opstand zouden komen. Zij waren immers veruit de meerderheid in de koloniën en op de schepen. De blanke overheersers bezaten echter de wapens. Bovendien kwamen veel slaven bijna nooit in contact met slaven van andere plantages waardoor de organisatie van een grootschalige opstand onmogelijk was.

Des te unieker is daarom de opstand op Demerary. Daar waren de “bomba’s” (slaven die de leiding hadden over de andere slaven) van verschillende plantages in staat geweest met elkaar te overleggen en de opstand te organiseren.

Individueel verzet kwam vaker voor. Geregeld ontvluchtten slaven de plantages en sloten zich aan bij de “marrons” (eerder gevluchte slaven die in de bossen leefden). Vooral in Suriname waren deze marron-legers een continue bedreiging voor de blanke kolonisten.

Afbeelding: prent van het treurspel “Monzongo, of de koninklijke slaaf”, 1774. Toneelstuk naar aanleiding van de Slavenopstand in Berbice.

vrij