Introductie op thema Sporen

Slavernij was in Nederland formeel verboden. Dit betekende niet dat slavernij in Amsterdam niet aanwezig was. Zo namen rond 1600 Portugese joden slaven mee naar Amsterdam en ook met plantage-eigenaren uit Suriname lieten zich op reis naar de Republiek vaak door slaven vergezellen. Bovendien waren en zijn de sporen van slavernij overal in de stad te vinden.

Zo hebben veel grachtenpanden een historische connectie met slavernij. Soms door hun beeldende gevelstenen, vaak door hun voormalige bewoners. In Amsterdam woonden slavenhandelaren, bewindhebbers van de West-Indische Compagnie en de Sociëteit Suriname, eigenaren van plantages en negotiatiedirecteuren.

Verder bezat Amsterdam de meeste suikerraffinaderijen van Nederland. De ruwe suiker dat daar werd verwerkt was altijd door slaven in de koloniën geproduceerd. Tijdens archeologische opgravingen bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn kwamen veel sporen van de raffinage naar boven.

Ook zijn er immateriële sporen terug te vinden in Amsterdam. Dankzij de immigratie van Surinamers zijn veel woorden uit het Sranan (Surinaams) onderdeel geworden van de Amsterdamse straattaal. Deze woorden zijn vaak ontstaan op Surinaamse plantages.

Afbeelding: Gevelsteen van  Herengracht 514 (Foto: Museum Geelvinck Hinlopen huis).

Sporen