Introductie op thema Transport

Nederlanders verscheepten in totaal ruim 500.000 slaven. Deze tochten duurden maanden en de tot slaaf gemaakte Afrikanen moesten ontberingen als ziekten en honger doorstaan. Velen stierven al aan boord.

Tijdens het transport waren zij geen gelijken van de scheepsbemanning, maar bleven handelswaar. Zo ruilde de schipper van “De geboorte Christij” enkele slaven voor eten en koos de kapitein van de “Rebecca” een aanvaring met Engelsen te omzeilen om zijn “ladinge slaven” netjes op Curaçao af te leveren.

Het eerste Amsterdamse slavenschip voer niet van Afrika naar West-Indië, maar naar Portugal. De “Fortuyn” vervoerde al in 1595 83 slaven. In het Notariële Archief van het Stadsarchief Amsterdam zijn tot nu toe gegevens over meer dan 300 slaventochten aangetroffen. Bij deze tochten werden ongeveer 125.000 mensen verscheept waarvan ongeveer een vijfde de tocht niet overleefde.

Afbeelding: Model van slavenhaler in tijd WIC. Zeeuws maritiem muZEEum

transport