Mishandelingen aan boord

Dat het leven op zeeschepen hard was, was geaccepteerd. Af en toe vond het scheepsvolk echter dat leidinggevenden hun macht misbruikten. Als zij een officiële aanklacht tegen de leiding wilden indienen, moesten de bemanningsleden eerst een officiële verklaring laten optellen bij een notaris. Deze scheepsverklaringen geven een waardevolle inkijk in het leven aan boord en de behandeling van slaven daar.

De opperstuurman Egbert Stam en de oppermeester Matthijs Brukelman mishandelden tijdens een slaventransport van het schip ‘de Juffrouwen Anna en Maria’ zowel scheepsvolk als tot slaaf gemaakte Afrikanen. Gedetailleerd verklaren de bemanningsleden wat de twee hebben gedaan. Opvallend detail, de kapitein zou van het alles geen weet hebben gehad aangezien “sulcx bij Nagt en ontijde verrigt werd.”

Benin-suriname
  • Scheepsverklaring-1

    Dat zij zowel tijdens hun reis als tijdens het inladen van de slaven op de kust van Guinea ondervonden hebben dat hun opperstuurman genaamd Egbert Stam en oppermeester Matthijs Brukelman met elkaar geheime gesprekken hielden. Dat zij naderhand ook uit hun gedrag hebben ondervonden dat het geleid heeft tot minachting en mishandeling van de getuigen, officieren en verder scheepsvolk.

  • Scheepsverklaring-2

    Als ook de slaven onmenselijk te mishandelen, bond en blauw te slaan en te trappen. Alsof zij niet mensen maar beesten waren.

  • Scheepsverklaring-3

    Evenals de matroos Samuel Rohde die verscheidene malen zonder reden zo jammerlijk mishandeld en geslagen is, dat zijn rug als met een mes doorsneden (lijkt) want lange tijd waren de littekens te zien geweest.

  • Scheepsverklaring-4

    En dat alles gebeurde buiten weten en kennis of toestemming van hun kapitein en zonder dat hij daar maar iets van merkte, aangezien het bij nacht en ontij gebeurde.

  • Scheepsverklaring-5

    Onder andere gezien dat de oppermeester een negerin op het halve dek op het rooster had vastgebonden en zo lang sloeg dat hij, de oppermeester, niet meer kon slaan. En dat de negerin niet eten wilde en te kennen gaf dat zij ziek was. Hij sloeg daar geen acht op, maar had de wreedheid om haar het eten met de stok van de zweep achterin de hal te stoppen en op een erbarmelijke wijze te slaan. Waardoor zij nog enige dagen daarna een miskraam heeft gehad en kort daarna is komen te overlijden.

  • Scheepsverklaring-6

    (Bij) een grote manslaaf, die enige dagen met een dik been gelopen had, heeft de oppermeester een groot gat, tot op het been, gesneden en gekerfd. Waarop enige dagen daarna dezelfde neger is komen te overlijden.

  • Scheepsverklaring-7

    (Het) scheepsvolk heeft hun kapitein weten te overtuigen om de genoemde opperstuurman Egbert Stam uit zijn ambt te ontzetten om de hier voor aangehaalde redenen.

  • Scheepsverklaring-8

    Dat zij in Suriname aanlegden, daar zijn enige slaven verkocht en gelost. Intussen hebben zij daar suiker en koffiebonen geladen. Op 3 juni 1765 zijn zij vertrokken van Suriname naar Sint Eustatius. Daar zijn zij op 17 dito gearriveerd en daar hebben zij suiker en pokhout ingeladen en de resterende slaven verkocht.