Op 30 september 1701 legden de Spaanse Isaque Soares Baretto en Rachel Drago hun huwelijkse voorwaarden vast bij notaris Pieter Schabaalje in Amsterdam. Rachel kwam uit een gefortuneerde familie. De bruidsschat die zij inbracht had dan ook een waarde van 5728 gulden en zes stuivers. Deze bruidsschat bestond behalve uit goud, juwelen, geld en zilverwerk ook uit twaalf koeien en twaalf “negerslaven die bekwaam zijn tot alle arbeid”. De tot slaaf gemaakten waren elk 220 gulden waard en werden als goederen ingebracht.
De familie Drago zal hebben geweten dat de bruidsschat niet gering was, daarom staat in de voorwaarden vastgelegd dat er geen gemeenschap van goederen zal zijn. De waren bleven in het bezit van de familie Drago.