Slaaf als bruidsschat

Op 30 september 1701 legden de Spaanse Isaque Soares Baretto en Rachel Drago hun huwelijkse voorwaarden vast bij notaris Pieter Schabaalje in Amsterdam. Rachel kwam uit een gefortuneerde familie. De bruidsschat die zij inbracht had dan ook een waarde van 5728 gulden en zes stuivers. Deze bruidsschat bestond behalve uit goud, juwelen, geld en zilverwerk ook uit twaalf koeien en twaalf “negerslaven die bekwaam zijn tot alle arbeid”. De tot slaaf gemaakten waren elk 220 gulden waard en werden als goederen ingebracht.

De familie Drago zal hebben geweten dat de bruidsschat niet gering was, daarom staat in de voorwaarden vastgelegd dat er geen gemeenschap van goederen zal zijn. De waren bleven in het bezit van de familie Drago.

kaart_11_suriname_amsterdam
  • bruidsschat-1

    De heer Isaque Soares Baretto, meerderjarige jonkman, op dit moment binnen deze stad (wonend en werkend) ter ene (zijde) en juffrouw Rachel Drago, dochter van zaliger Abraham Drago, geassisteerd door de heer David de Mordechaij Pinto, haar voogd, en juffrouw Sara Cohen Nassy, weduwe van de heer Samuel Cohen Nassy zaliger, haar moei, de toekomstige bruid (te andere zijde).

  • bruidsschat-2

    Ten eerste, dat de eerdergenoemde bruid als financiele ondersteuning van dit huwelijk inbrengt: twaalf negerslaven die bekwaam zijn alle arbeid te doen, ieder tweehonderdentwintig guldens waard, en twaalf koebeesten, ieder honderdentwintig guldens waard. Deze slaven en koebeesten zijn in Suriname.

  • bruidsschat-3

    Verder is overeengekomen dat tussen de eerdergenoemde toekomstige echtgenoten geen gemeenschap van goederen zal zijn maar dat alle aangebrachte en geërfde goederen weer naar de lijn en bloed moet gaan vanwaar ze gekomen zijn.