Startersplantage

Eind 18e eeuw kwamen veel planters financieel in de problemen. Ze hadden in de jaren daarvoor door de wildgroei aan negotiatiefondsen makkelijk geld kunnen lenen. Te gemakkelijk bleek toen bij een economische neergang veel planters hun schulden niet terug konden betalen en failliet gingen.

Er kwamen allerlei initiatieven om toch nog planters naar Suriname te trekken. Dit is een overzicht van de kosten van een standaard plantage, gebaseerd op een gezin bestaande uit “een planter, zijn huisvrouw en 2 a 3 kinderen”. Op deze voorbeeld plantage zouden 150 tot slaaf gemaakten leven, 56 mannen, 56 vrouwen en 38 kinderen. De kosten worden tot in detail gespecificeerd. Elk jaar ontvingen de slaven enkele goederen, de uitdeling, zoals stoffen en tabak. Het kostenoverzicht kon dienen als houvast voor beginnende planters.

Koffieplantage Hecht en Sterk aan de rivier de Commewijne in Suriname.

Koffieplantage Hegt en Sterk aan de rivier de Commewijne in Suriname.

suriname
  • plantagelijst-1

    Huishuur per jaar f 700,-

    Proviand uit Holland

    1 okshoofd (inhoudsmaat, circa 230-240 liter) bier f18,-

    1 kelder(fles) (1,21 liter) jenever en brandewijn f16,-

    6 ankers (1 anker is 45 flessen) wijn f130,-

    2 1/2 ton zout vlees f35,14

    6 hammen f15,-

  • plantagelijst-2

    Kleding voor de man, vrouw en kinderen     f800,-

    Zijn huisslaven bestaan uit

    1 kok

    2 wasters

    2 naaisters

    2 werkmeiden

    1 “voetebooy” (een bediende die de meester overal vergezelt) voor de man

    1 idem voor de vrouw

    1 kindermeid

  • plantagelijst-3

    Blanke bedienden

    Voor de eerste f800,-

    Voor de tweede en de derde ieder f 200 f400

    Proviand voor drie blanken indien een planter in Paramaribo woont

    2 ankers rode wijn f40,-

    2 okshoofden bier f36,-

    1 kelder(fles) jenever f14,-

    2/2 tonnen zout vlees f35,14

    2 hammen f5,15

  • plantagelijst-4

    Uitdeling aan de slaven

    Eens per jaar

    Aan een officier en oppertimmerman ieder 1 hoed, 1 buffel, 4 ellen dobbelsteen, 8 ellen ruw Osnabrücks linnen, 3 dobbelsteen (geruiten motief) blousen en 2 katoenen blousen en 4 messen

    Aan een timmerneger, kuiper en verdere ambachtslieden, ieder een hoed, 1 buffel, 4 ellen dobbelsteen, 6 ellen ruw Osnabrücks, 3 dobbelstenen camisen en 3 messen

    Aan veldnegers ieder 1 hoed, 6 ellen ruw Osnabrück, 2 dobbelsteen camisen, 2 messen

  • plantagelijst-5

    Dus voor een macht van 56 mannen, 56 vrouwen en 38 kinderen (tot slaaf gemaakten), 150 in totaal, buiten werkend.

    Aan 56 mannen: 340 el ruw Osnabrück linnen

    80 dito bont

    12 buffels

    56 hoeden

    Aan 56 vrouwen: 224 el ruw Osnabrück linnen

    120 dito bont

    112 dito blauw Osnabrück linnen

    1  pakje katoen

    Aan 38 kinderen: 150 el ruw Osnabrück linnen

    20 dito blauw bont

    40 dito blauw Osnabrück linnen