“Ses slaven” besteld door Johan van der Maersche. Anderen volgden totdat er in totaal 250 “koppen slaven” besteld waren. Deze bestellingen werden gedaan bij een notaris. Daar ondertekenden plantage-eigenaren of hun Amsterdamse zaakwaarnemers met afgevaardigden van de West-Indische Compagnie een contract als deze. De Compagnie zorgde vervolgens de aankoop en het transport van Afrikanen naar de Cariben.
Wat opvalt, is dat Pelgrom in de tijd dat bijna alles nog geschreven werd, een gedrukt contract had voor deze bestellingen. Pelgrom regelde dus zoveel slavenbestellingen dat een gedrukt contract rendabel was. In het contract stonden uiteraard de financiële regelingen die bij de bestelling gemoeid waren. Maar ook de eisen waaraan “leverbare slaven” moesten voldoen zijn in het contract opgenomen: niet lam, blind, te oud of te jong.