Venusziekten, de historische benaming van syfilis, was voor taxateurs van een plantage reden om een tot slaaf gemaakte volledig af te schrijven. Ook de mededeling dat “zes slaven door het gerechtshof levend verbrand” zijn, wordt terloops in de opstelsom van deze inventaris van de plantage Beekvliet genoemd.
Slavenlijsten binnen inventarissen van plantages waren in de tijd bedoeld om te verklaren hoeveel een tot slaaf gemaakte waard was. Dat hing af of hij van veel of weinig dienst was. Officiers en huismeiden meer waard dan veldslaven. Ziekte en ouderdom verminderde juist de waarde. De toevoeging “Malinker” slaat op die groep. Malinkers konden door ouderdom minder hard konden werken.
Deze slavenlijsten zijn in onze tijd een waardevolle bron over het dagelijks leven op een plantage. De beschrijvingen achter de slavennamen en de vluchtige opmerkingen bij de optelsom geven een inkijkje in de rollen van de tot slaaf gemaakten. De rol van negerofficier of van afgeschreven, “verrot” handelswaar.