In het kustgebied van hedendaags Suriname en Guyana stromen veel rivieren en is de grond dus vruchtbaar. Nederlandse kolonisten vestigden zich aan de Berbice, Essequebo, Demerary en Suriname rivier. Meeste hedendaagse Nederlanders zullen vooral Suriname kennen, omdat dit uitgroeide tot de grootste kolonie en het langst onder Nederlands gezag viel.
Toch was in de 18e eeuw Berbice ook een voorname Nederlandse kolonie. De Zeeuwse koopman Abraham van Peere stichtte het begin 17e eeuw. De familie beheerde de kolonie tot 1712. Na een korte periode van Franse overheersing werd in 1720 de Sociëteit van Berbice opgericht, in navolging van de Sociëteit van Suriname. In 1796 werd de kolonie door de Britten veroverd. Berbice is dus altijd een particuliere kolonie geweest. Dat wil zeggen dat het beheer van de kolonie niet onder de Nederlandse staat viel, maar in handen was van particulieren.